Inleiding
Voor veel bestuurders voelt kunstmatige intelligentie als een black box: complex, technisch en ver van de dagelijkse besluitvorming. Maar AI is allang niet meer het terrein van enkel engineers en data scientists. Het is een strategisch thema dat directe impact heeft op risico, governance, compliance, reputatie en groei en over niet al te lange tijd wellicht ook bestaansrecht.
Toch blijven veel directies op afstand. Niet uit onwil, maar uit onzekerheid: wat moeten we ermee, en hoe houden we controle?
In dit artikel geven we vijf handvatten waarmee directies en raden van bestuur grip kunnen krijgen op AI zónder dat ze een technische opleiding nodig hebben.
1. Focus op vragen, niet op modellen
Als leider hoef je niet te begrijpen hoe een neuraal netwerk exact werkt. Je moet wél de juiste vragen kunnen stellen:
- Waarom gebruiken we AI voor deze beslissing?
- Hoe betrouwbaar is het model en hoe meten we dat?
- Wat gebeurt er als het systeem fout zit?
- Wie is verantwoordelijk?
De directie is verantwoordelijk voor de uitkomst, niet voor de code.
2. Bepaal het kader: waar mag AI wel (en niet) over beslissen?
AI kan efficiënt zijn, maar mag niet alles overnemen. De directie moet duidelijke grenzen stellen:
- Waar blijft menselijke controle nodig?
- Wanneer is uitleg vereist?
- Wat zijn onze ethische uitgangspunten?
Zonder expliciet kader ontstaat onzichtbare machtsverschuiving binnen de organisatie: van mensen naar systemen. Gelukkig hebben we hier al verschillende kaders en handreikingen die ons hierbij helpen. Denk aan de AVG en de AI Act.
“AI governance starts at the top — or it doesn’t start.” — WEF, 2023
3. Gebruik scenario’s in plaats van specificaties
Technische dashboards zijn nuttig voor specialisten, maar niet voor bestuurders. Wat werkt wél: business-scenario’s.
- Wat verandert er als dit model 10.000 besluiten per dag neemt?
- Hoe beïnvloedt dit onze klantrelatie?
- Wat zijn de reputatierisico’s?
Scenario’s maken AI bespreekbaar in de boardroom zonder dat je technische diepgang verliest.
4. Benoem één eigenaar op directieniveau
AI is vaak verspreid over IT, innovatie en dataspecialisten. Wat ontbreekt: bestuurlijk eigenaarschap.
Zorg dat er één persoon in het leiderschapsteam verantwoordelijk is voor:
- AI-strategie en ethiek
- Compliance en risico’s
- Integratie met bedrijfsvoering
Die rol hoeft geen techneut te zijn maar wél iemand met strategisch inzicht en de bevoegdheid om te sturen.
5. Laat je onafhankelijk bijpraten
Je hoeft AI niet zelf te leren bouwen maar je moet het wél begrijpen. Laat je als bestuur of directieteam periodiek bijpraten:
- Wat zijn de relevante ontwikkelingen?
- Wat doet de concurrentie?
- Wat zijn de implicaties van nieuwe wetgeving (zoals de AI Act)?
Bij voorkeur door een onafhankelijke partij, zodat je signalen vroeg herkent en geen blinde vlekken ontwikkelt.
Conclusie
AI begrijpen betekent niet dat je het moet kunnen programmeren. Het betekent dat je weet welke vragen je moet stellen, welke grenzen je moet bewaken en welke verantwoordelijkheden je hebt.
Daarom ontwikkelde AIKOS de Leadership Briefing: een compacte, scherpe sessie waarin we leiders voorzien van de kennis en het kader om grip te houden op AI.

